Het Waterlooplein is naar Amsterdamse begrippen niet oud. Toch ligt het midden in een buurt waarvan de geschiedenis teruggaat tot de middeleeuwen, maar van het Waterlooplein was toen nog geen sprake. Die naam werd officieel pas vastgesteld op de 16de december 1883. Het raadsbesluit van die dag vermeldt niet welke redenen aan dat besluit ten grondslag lagen, maar aannemelijk is dat het stadsbestuur door deze naamgeving een wat verlaat eerbetoon wilde brengen aan de helden van het slagveld, waar Napoleon de genadeslag werd toegebracht. De vraag ligt voor de hand wat er dan was vóór het Waterlooplein Waterlooplein werd. Het antwoord is zo Amsterdams als het maar kan zijn: water.

In minder formele zin is het plein natuurlijk wel heel oud.

Vlooyenburg of Vloonburg werd het stuk land genoemd, dat even buiten de oorspronkelijke middeleeuwse en ommuurde stad lag, op de noordelijke oever van de Amstel, die daar nog altijd met een speelse bocht naar het westen buigt en vroeger via Rokin en Damrak zijn weg naar het IJ vervolgde. De vlooien uit die naam hebben niets te maken met de hinderlijke insecten van toen en nu en nog minder met de vlooienmarkt die er later kwam, een naam trouwens, die Amsterdammers nauwelijks zullen gebruiken. Vlooyenburg werd door het water van de Amstel voortdurend overstroomd. Vlooyen is gewoon vloeien, anders niet. Aan dat vloeien zou een eind komen toen in 1593 werd besloten de middeleeuwse stad uit te breiden. Het tot dusver onbebouwde stuk grond werd een keurig vierkant eiland, omgeven door de Amstel, de Verwersgraft nu Zwanenburgwal, de Houtgracht en de Leprozengracht.

Het plein ontstond toen in 1882 de Leprozengracht en de Houtgracht werden gedempt. De foto hieronder toont de situatie in 1880. De gracht op de voorgrond is de Leprozengracht. De gracht die vanaf links voorlangs de kerk loopt is de Houtgracht.

 

 

De emotie laaide hoog op toen de toenmalige bestuurders beslisten dat de voornamelijk Joodse kooplieden die in de omgeving (Jodenbreestraat) hun handel dreven, maar op dit Waterlooplein moesten gaan staan.

 

 

In 1885 werd het Waterlooplein een markt en in 1893 een dag markt, zes dagen in de week, ’s zaterdags gesloten natuurlijk.

Dit Waterlooplein bloeide op als een markt waar werkelijk van alles te koop was.

 

 

De echte Joodse Waterlooplein-markt is met de Jodenvervolging in 1941 voorgoed verdwenen.

De markt heeft zich na de oorlog hersteld, maar is nooit meer de oude geworden.